De levensboom
De levensboom is gekend in vele culturen onder vele andere namen. In de Noorse noemt hij Yggdrasil, bij de Joden noemt hij de Kabbalah. De inhoud en verhalen er rond verschillen. Als men de bijbel leest staan er in het paradijs twee bomen, de boom van kennis van goed en kwaad, en de levensboom. Na het eten van de verboden vrucht werden Adam en Eva verjaagd uit het paradijs en werd de levensboom afgeschermd door cherubijnen, zeg maar engelen.
Mozes kwam van de berg met tien woorden, staat zo geschreven. Die tien woorden vormen de basis van de joods-christelijke levensboom. Men koppelt deze woorden aan de tien geboden, aan het lichaam, aan het scheppingsverhaal, de planeten en nog teveel om op te noemen. Deze tien woorden komen enorm veel voor in de bijbel, maar iemand die niet ingeleid is in de levensboom zal het verband niet begrijpen.
Wat zijn dan deze woorden, hoor ik u afvragen. Wel, de drie eerste zijn Kroon, Wijsheid en Inzicht. Link dit aan je hoofd, je kruin en rechter en linker hersenhelft. De eerste drie geboden zijn, er is maar één God, men kan en mag God niet afbeelden of afgodsbeelden aanbidden, en het derde is dat men niet mag vloeken. Deze drie koppelt men aan het element vuur.
Je armen en je borst zijn de volgende drie woorden, gekoppeld aan het element lucht. Oordeel, Genade zijn je armen, en Schoonheid je borst, waar je hart klopt. Oordeel niet over je ouders, ze hebben altijd het beste met je voor, dat is het vierde gebod. Het vijfde gebod is het onderhouden van de Sabbath, een rustdag om de zeven dagen, genadig zijn voor jezelf maar vooral ook naar anderen toe. Men onderscheidt de eerste vijf van die erna omdat deze wetten, of geboden, rechtstreeks verband hebben met je relatie met God. De volgende vijf dienen om je relatie met je medemens te onderhouden. Schoonheid linkt men aan het gebod, Gij zult niet doden.
De volgende drie zijn je twee benen, en wat ertussen hangt. Glorie, je rechterbeen, is het gebod dat men niet mag stelen want daar is niets glorieus aan, en Standvastigheid, je linkerbeen spoort de mens aan één partner te zoeken en er bij te blijven. Je geslachtsdelen is het woord Fundament. Gekoppeld aan het gebod dat men niet mag liegen. Deze drie woorden is het element water.
Het laatste woord is Koninkrijk, men mag niet begeren wat van een ander is, een gebod dat deze tijd door bijna iedereen vergeten is. Het element aarde.
Er is nog een verborgen woord, in de joodse Kabbalah, te vertalen als, Verborgen Kennis, die zich situeert op de keel…
De tien geboden, of leefregels zoals de atheïsten ze noemen, zijn makkelijk te respecteren en universeel. En gelukkig is God naast barmhartig ook vergevingsgezind, arachmein, arachiem zegt men in het Arabisch, die ook een levensboom kennen onder de naam Kabal. Kaba, kabal, Allah, kabballah.
Nu niet teveel kabaal gaan maken!
De hand
Men zou kunnen zeggen dat de hand goed is ontworpen om ons meest gebruikte hulpmiddel te zijn. Handen zijn ook de zetel van de ziel. Wat wordt er in een mensenleven allemaal in zijn handen geschreven? Er zijn er die dat kunnen interpreteren. Maar daar gaan we nu niet op in. Om zich als mens goed te kunnen handhaven moet men weten wat men in de hand, of achter de hand heeft. Twee zaken ga ik u leren over uw hand. Ten eerste, tot en met de vijfde dimensie heeft men in de hand. Uitleg volgt. Ten tweede er zijn vijf periodes in uw leven die continu een rol spelen.
We beginnen met die vijf dimensies. En dan moeten we beginnen met nul, zero dimensies. Een punt. Ooit is alle energie samengekomen in één punt, maak nu een vuist met je hand, en dan is dat punt ontploft, big bang, meerdere dimensies in een fractie van een seconde, toen de boel ontplofte. Strek nu je pink. Jij bent ook een punt van energie, en er is een directe lijn met ieders oorsprong, de big bang. Een lijn is één dimensie, je verbinding met het goddelijke.
Strek nu je ringvinger en je pink. Ik ben ook een punt van energie, een energetisch wezen, en ik sta in verbinding met jullie, en we zijn allemaal verbonden met onze oorsprong. Twee lijnen vormen een vlak, twee dimensionaal. De mensheid, of mensdom, is niet meer dan een vlak van punten energie, en de ene straalt al wat feller dan de andere.
Je middenvinger, de derde dimensie, ruimte, je raad het al. Maar er is een keuze, je kan zeggen, lengte, breedte, hoogte, of lengte, breedte, Wat kies je, hoog of diep? Denk er niet te lang over na, keuzes moeten nu eenmaal gemaakt worden. De drie dimensionale ruimte, want de mens is niet alleen, er zijn zoveel verschijningsvormen van energie, de ene al wat levendiger of kleurrijker dan de andere, die zich allemaal in de ruimte begeven..
Die ruimte is ook continu in beweging, het is geen momentopname. En zo komen we aan de vierde dimensie, die men linkt aan de wijsvinger, tijd. Tijd vat men met de zintuigen, men voelt, proeft, ruikt, ziet, hoort en dat alles leggen we vast. En hoe meer tijd men beleefd, hoe wijzer. Ooit wordt men ook wijs genoeg om te weten wat te doen met al die tijd.
We zijn aangekomen bij de vijfde dimensie, u heeft gelijk, de duim. De mens heeft namelijk een wil, het topje van je duim, en die wil is voor iedereen hetzelfde. Iedereen wil aanvaard worden voor wat hij is, wie hij is, wat hij kan. Iedereen wil graag gezien worden, en gerespecteerd. Die wil en onze intuïtie doen ons keuzes maken. Daarnet tussen hoogte en diepte, maar zonder er bij stil te staan maak je onbewust en bewust dagelijks enorm veel keuzes. Het is niet altijd even makkelijk steeds de beste, de juiste keuze te maken.
Nu de eindsom. Weet wat je wil, en maak daarom de juiste keuzes om te bereiken wat je wil. Neem controle over je tijd, je ruimte, je contact met anderen, en je lijn met het goddelijke.
Boterham nummer twee. De vijf periodes die een rol spelen in je leven. De eerste periode is je hulpeloze periode. Eerst zit je in de moederschoot, dan wordt je geboren, en je ligt daar hulpeloos te schreien voor melk. Dan wordt je onderbewustzijn gevormd. Iemand moet je dan graag zien, of je overleeft het niet. Dit is in het centrum van je palm.
De tweede periode start als men als peuter begint rond te kruipen op armen en beentjes. Je gaat op ontdekking in de echte wereld. Je ontdekt de wereld rondom jouw. Je wordt jezelf bewust. De rand van de palm.
In de derde periode begint men rond te lopen op zijn twee beentjes. En dan gaat het snel, want je gaat praktisch toepassen wat je al geleerd hebt van de wereld. Bijvoorbeeld een peuter ziet de koekendoos maar kan er niet aan. Hij schuift de stoel dichter, klimt op de stoel, en zit met zij hand in de koekendoos. Je loopt de rest van je leven uit. Het onderste kootje.
De vierde periode is niet meer dan de tijd die ons nog rest. Het is de mentale fase, want het geeft ons tijd om na te denken wat we gaan doen met al die tijd. Men kan best op voorhand plannen.
Want de vijfde periode is de dood. De dood is de laatste spirituele ervaring die men bewust meemaakt. Maar er zijn zoveel spirituele ervaringen om naar toe te leven. Een zons op- of ondergang, het noorderlicht, noem maar op. De tipjes van je vingers. Fingerspitzengefuhl.
Nu kan je het leven beschouwen als een spiraal die door tijd en ruimte vliegt, waarin alles bepaald wordt door de keuzes die je maakt. Neem je leven in je eigen handen. Weet wat je wil in tijd, het leven is zo snel voorbij.
Dus hou jezelf in de hand, zorg dat het nooit uit de hand loopt. Je kan best ook twee handige handen hebben, en je mag geen schrik hebben om de handen uit de mouw te steken.
Wat was er nu weer aan de hand?
Taal
Om te beginnen moet men een onderscheid maken tussen verbale en non-verbale taal. Men heeft enerzijds gesproken taal, maar veel communicatie gebeurd in stilte, met gebaren, lichaamstaal. Ook geschreven taal en beelden kunnen een schat aan informatie leveren. Taal is ook heel regio-gebonden. Taal is ook onderhevig aan een continue verandering. Er komen woorden bij, woorden worden vergeten, men past de spelling aan, taal nu is niet wat taal geweest is in eender welke taal van de wereld. Men heeft ook dode talen, zoals het Latijn, of Etruskisch, die soms nog verstaan en gelezen kunnen worden. Er zijn ook ‘uitgevonden’ talen, kunsttalen zoals Esperanto, of het Orcs en Elvisch van Tolkien, of de taal van de Klingons uit Star Trek.
Als men zich afvraagt wat nu de oudste taal is, de oertaal zeg maar, zijn er veel die zeggen dat het het Hebreeuws is, door de autoriteit van de bijbel, of het Egyptisch, omdat het zo’n oude beschaving is.
Maar in de middeleeuwen, tijdens de reformatie, een woelige tijd met de godsdienstoorlogen, begon men de oudste teksten te lezen in het Grieks, Latijn, en ook de bijbel in het Hebreeuws. Ook de opkomst van de boekdrukkunst zorgde voor een revolutie op gebied van teksten en talen en vertalingen.
Een Brabantse geleerde, een vriend van de drukker Plantijn, kwam echter met de stelling dat het Brabants dialect, het best bewaard in Antwerpen, de oudste taal is ter wereld. Net dit jaar een halve eeuw geleden kwam Joannes Van Gorp, beter bekend onder zijn Latijnse naam Goropius Becanus ter wereld, en schreef een werk over de oorsprong van Antwerpen en liet dit ook drukken door zijn vriend Plantijn. Daarin beweert hij dat het Cimbrisch, zoals hij de oertaal noemt, het oudste is. Hij komt met meerdere argumenten, zoals de kortheid van de taal, de hoeveelheid aan één-lettergrepige woorden. Ook de hoeveelheid aan palindromen, oftewel woorden die achterstevoren gelezen hetzelfde zijn. De getallen zes en negen. Pop en pap, lepel, het Nederlands is er vol van.
Ook heeft het bepaalde woorden die achterstevoren gelezen een aanvullende betekenis hebben, pot, top. Het woord berg is dan graf geworden door de flexibiliteit van taal. Nog een voorbeeld, als men veel sipt van drinken, is pis het gevolg. Ook geeft hij aan de oudste personen uit de bijbel, zoals Adam en Eva, en Noach, een Cimbrische, of Brabantse ethymologische betekenis. De zonen van Noach, Sem, Cham en Japhet, zijn de oorsprong van de Semieten ie het midden oosten bevolkt hebben, de Egyptenaren Afrika, en Japhet heeft Europa bevolkt. De nakomelingen van Gomer, een zoon van Japhet, waren de enigste die de oertaal bewaard hebben, omdat ze niet meegewerkt hebben aan de toren van Babel, en zo ontsnapt zijn aan de spraakverwarring.
In zijn tijd werd er met zijn beweringen gelachen, voornamelijk door mensen die onbekend waren met onze taal, en mensen die zijn lijvig werk, geschreven in het Latijn, niet gelezen hadden. Het heeft hem het werkwoord becaniseren opgebracht, wat ethymologisch verklaren tot in het absurde betekend.
Laten we besluiten met de Italiaanse uitdrukking: Si non e vero, e bene trovato, ofwel, als het niet waar is, is het toch goed gevonden.
Laten we niet vergeten dat taal dient om te communiceren. Naar mijn mening is de oertaal een soort van frequentie waar zowel mens als dier naar luisteren, bewust of onbewust. Als men goed wil communiceren moet men op die frequentie zitten en blijven. Zo doorbreekt taal, wat ook een hogere dimensie is, alle barrieres. Want de taal der liefde, wordt door iedereen begrepen. Spreek ze dan ook.
De elementen
We gaan hier niet de tabel van Mendeljev met zijn 114 stabiele elementen bespreken, maar toelichten hoe men vroeger de elementen bezag. Ik heb het over de natuurelementen, vuur, lucht, water en aarde. Als je al eens een controller van Playstation hebt vastgehad, kan je de symbolen daarop linken aan de elementen. De Griekse filosoof Aristoteles heeft het ook over een vijfde element, of de quintessens.
Als we de schepping bekijken, kunnen we daar de elementen bij betrekken. We beginnen bij de oerknal, een grote ontploffing, een immense reactie, koppelen we aan het element vuur. Zoals men weet is er geen rook zonder vuur, verbranding gaat altijd gepaard met het ontstaan van gassen, ofwel het element lucht. Wanneer het begint te regenen is de lucht verzadigd met water in gasvorm, zodat water vloeibaar wordt, dat dan uit de lucht valt. Als de atmosferische omstandigheden gunstig genoeg zijn, wordt water ijs. Elke vloeistof heeft zijn stollingspunt, het moment dat het overgaat naar het element aarde. En wat dan met de quintessens? Volgens Aristoteles zit het vijfde element in alle andere elementen, het verbind de elementen. Ook zou de quintessens het eerste element kunnen zijn. Voor de big bang was er enkel energie, die samengekomen is in één punt. We zouden kunnen zeggen dat het vijfde element dus energie is. Wat ook juist is, men kan zeggen dat het liefde is. Liefde verbindt alles, liefde creëert, liefde is positieve energie. Haat is één van de negatieve energievormen.
We kunnen ook de elementen linken aan de mens. Het element vuur zijn gedachten. Deze gedachten kunnen bepaalde emoties opwekken, het element lucht. Bijvoorbeeld men heeft een triestige gedachte. De emotie hiermee gekoppeld is verdriet. Emoties kunnen gevoelens veroorzaken. Het verdriet kan ervoor zorgen dat men begint te wenen, het element water. Uiteindelijk komen er dan tranen te voorschijn die op de grond vallen, het element aarde. Het vijfde element, liefde, positieve energie is eigenlijk wat de oorspronkelijke gedacht veroorzaakt. De tranen op het einde kunnen op hun beurt weer zorgen voor andere gedachten, en zo is de cirkel rond.
Lichamelijk gezien situeert het element vuur zich in het hoofd. Het denken. Het volgende element, lucht, zijn de armen en je borst, waar het hart zich bevind, de zetel van je emoties. Het element water zijn je twee benen en wat zich ertussen bevind, je driften, die men soms moeilijk in de hand kan houden. Je driften kunnen heel wat gevoelens teweeg brengen. De mens staat uiteindelijk met zijn twee benen op het vierde element, aarde. Aarde is hier het enigste tastbare element. Vuur, lucht en water kan men niet in de hand houden, en gedachten, emoties en gevoelens zijn ook abstracte begrippen.
De elementen worden ook gelinkt aan de windrichtingen, de kleuren van een kaartspel, het wiel dat een jaar in tijd voorstelt, en nog wat andere zaken.
Dit was een beetje elementaire kennis.